Home / Nieuws & Blogs / "De directie stelt zich niet aansprakelijk", eh, wat? (2)

"De directie stelt zich niet aansprakelijk", eh, wat? (2)

| 9 januari 2012

Vorige week blogde ik mijn collectie bordjes "De directie stelt zich niet aansprakelijk". Die op ons kantoor hangt er ironisch, maar de meeste bedrijven menen doodserieus dat zij beschermd zijn.

Natuurlijk is dat onzin: wie spullen in bewaring neemt (art. 7:600 BW), is gewoon aansprakelijk. Zie deze zaak waarin het bordje simpel onredelijk bezwarend werd geacht. Omgekeerd, wie alleen de deur opendoet is niet aansprakelijk voor schade aan mensen die binnenkomen. Maar hoe dan ook, de aan- of afwezigheid van aansprakelijkheid wordt niet bepaald door deze bordjes.

Juristen die deze bordjes lezen, gniffelen daarbij vaak "dat hoeft ook niet, dat doe ik wel als ik schade heb". Taalkundig terecht, maar volgens mij zit er wel een correcte bedoeling achter deze formulering.

De zinsnede "stelt zich [wel/niet] aansprakelijk" komt namelijk in het Burgerlijk Wetboek wel degelijk voor, bv. art. 2:204a BW: "een verklaring neergelegd dat hij zich hoofdelijk aansprakelijk stelt" of art. 7:429 BW: "De handelsagent kan zich ... uitsluitend schriftelijk aansprakelijk stellen."

Ik vermoed dus dat in een oude wet de aansprakelijkheid wél beperkt kon worden, of dat men niet aansprakelijk was tenzij men zich actief aansprakelijk stelde tot een zeker bedrag. En die bordjes waren dan de manier om dat te regelen.

Met enig zoekwerk vond ik het Oud Burgerlijk Wetboek, dat in artikel 1744 bepaalde wanneer de bewaarnemer aansprakelijk was. Daar wordt echter de omgekeerde formulering gebruikt: beperkt (of niet) aansprakelijk tenzij uitdrukkelijk bedongen is dat men wél aansprakelijk is. Ik denk dat ouderwetsche juristen dit hebben vertaald naar "men diene uitdrukkelijk te bepalen niet aansprakelijk te zijn" en dat in fraai-juridisch hebben opgeschreven als "stelt zich niet aansprakelijk".

Dit is echter zo'n obscuur punt dat ik vermoed nooit een definitief antwoord te zullen vinden.