Home / Nieuws & Blogs / Een digitale schoenendoos met bonnetjes voor de curator

Een digitale schoenendoos met bonnetjes voor de curator

| 25 april 2012

Dit gaan we steeds vaker krijgen: faillissementsproblemen in de cloud. Waar een bedrijf vroeger hooguit voor stroom en elektriciteit afhankelijk was van derden voor het dagelijks functioneren, is nu (naast koffie) de internettoegang en de gehoste diensten absoluut cruciaal. Maar als een bedrijf failliet gaat, zal zo’n leverancier natuurlijk meteen de stekker eruit trekken want die ziet zijn facturen niet meer betaald. En dat is dan weer heel pijnlijk voor de curator, want daarmee gaan zijn mogelijkheden voor een doorstart verloren. In 2009 bepaalde een rechter al eens dat een SaaS-dienstverlener soms verplicht kan zijn door te gaan met leveren, ondanks openstaande facturen. En nu lag er de vraag bij de rechter, wat te doen als de dienst al gestaakt is?

Het failliete bedrijf had zijn administratie in de cloud gestopt bij Vict. Na het faillissement was op zeker moment die stekker eruit gehaald, waarna de (zo te lezen virtuele) server dus niet meer beschikbaar was. De data stond nog ergens op een backup, dat wel. En daar wilde de curator graag bij, want voor hem is die administratie zeer belangrijk.

Zó belangrijk zelfs dat de Faillissementswet apart regelt dat hij een vérgaande bevoegdheid heeft (artikelen 92 en 93a) om bij die administratie te kunnen. Ook als deze bij derden ligt. Hij zou dus bij de boekhouder de schoenendoos met bonnetjes mee kunnen nemen, om eens wat te noemen.

Maar kan hij van een clouddienstverlener verlangen dat die de serveromgeving terug gaat zetten én de data restaureert omdat hij er anders niet bij kan? Nee, dat niet:

De bevoegdheid van de curator gaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter echter niet zover dat de curator aanspraak kan maken op meer dan de (leesbare) administratieve gegevens (de bekende schoenendoos met bonnetjes) van de gefailleerde. Het is in beginsel de taak van de curator om vervolgens zo nodig orde aan te brengen in die gegevens. Daarvoor kan hij derden inschakelen. Voor die diensten zal hij dan wel moeten betalen.

Bijgevolg moet de curator dus Vict gewoon betalen als hij wil dat Vict iets doet. Eventueel kan de curator per direct de harddisk met de backup krijgen (“enkele tienduizenden pagina’s!”, ja met uitroepteken) maar dan mag hij zelf het formaat daarvan uitpuzzelen en er chocola van maken. Maar wil hij de administratiesoftware zelf terug in de lucht (in de wolk?) dan kost dat gewoon geld.

Op zich had de rechter ook anders kunnen oordelen. Artikel 37b Faillissementswet bepaalt dat een leverancier zijn contract niet mag opzeggen bij faillissement van de klant, als het gaat om afleveren van gas, water, elektriciteit of verwarming, benodigd voor de eerste levensbehoeften of voor het voortzetten van de door de gefailleerde gedreven onderneming. De diensten moeten wel “benodigd” zijn, oftewel zonder die diensten moet het bedrijf niet door kúnnen gaan. Bij gas en elektra is dat vrij evident, maar ik zie het wel gebeuren dat e-mail en de cloudgehoste administratie of Office-software er ook onder gaat vallen. Jullie ook? En wat nog meer?

Arnoud