Home / Nieuws & Blogs / Het recht op vergetelheid: geldt dit ook voor moordenaars?

Het recht op vergetelheid: geldt dit ook voor moordenaars?

| 21 april 2020

In de AVG zijn verschillende rechten van betrokkenen opgenomen. Een van deze rechten is het recht op gegevenswissing. Het kan voorkomen dat je om bepaalde redenen wilt dat jouw persoonsgegevens uit openbare archieven of internetzoekresultaten worden verwijderd. Dan spreken we van het “recht op vergetelheid”. Zo werd in het Costéja arrest besloten dat Google bepaalde persoonsgebonden zoekresultaten moest verwijderen, omdat het recht om verwijderd of vergeten te worden prevaleert boven het recht om informatie te vinden over meneer Costéja. Dit betekent echter niet dat er altijd gehoor moet worden gegeven aan een verzoek om vergeten te worden, zoals blijkt uit de twee rechtszaken die hierna besproken zullen worden.

Algemeen belang en persvrijheid

In 1982 wordt meneer T. door de Duitse rechter veroordeeld voor de moord op twee mensen op een jacht in de Cariben. Het verhaal van deze moord wordt in de media opgepakt en in verschillende artikelen verschijnt zijn volledige naam. Meneer T. zit zijn tijd uit in de gevangenis en na twintig jaar komt hij vrij. Aan zijn verleden ontkomt hij echter niet, want de artikelen over de moord die hij gepleegd heeft, zijn in 2009 nog altijd te vinden in online zoekmachines. Mensen die zijn naam typen in deze zoekmachines, krijgen verschillende nieuwsberichten te lezen waarin de moord beschreven is. Meneer T. is van mening dat dit zijn vrije ontwikkeling in de weg staat en besluit daarom gebruik te maken van zijn recht op vergetelheid. Hij dient een verzoek in tot verwijdering van de artikelen. In eerste instantie komt de rechter echter tot de conclusie dat het algemeen belang en de persvrijheid zwaarder wegen, dan het recht op privacy van meneer T., met als gevolg dat de artikelen blijven voortbestaan.

Maar dit besluit wordt eind 2019, bijna 40 jaar na de moord, toch nog vernietigd door het hoogste Duitse gerechtshof. Omdat met de tijd het algemeen belang ten opzichte van het recht op privacy van meneer T. is afgenomen, besluit dit gerechtshof namelijk dat de man niet meer met naam en toenaam genoemd mag worden en dat ook hij dus het recht heeft om vergeten te worden.  

Privacy

Kort na de uitspraak van het Duitse gerechtshof krijgt de rechter in Nederland te maken met een soortgelijke zaak. Julien C. brengt in 2006 een jongetje van 8 jaar om het leven. Hij wordt veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf met tbs. Na de straf te hebben uitgezeten, doorloopt hij een resocialisatietraject en volgt hij een behandeling in verband met de tbs, die hij opgelegd heeft gekregen. Ook deze zaak kreeg destijds veel media-aandacht en ook Julien C. is van mening dat zijn persoonlijke ontwikkeling, nu bijna 14 jaar na de moord, belemmerd wordt. Hij is tenslotte nog altijd als moordenaar te vinden in online zoekmachines. Toch komt de rechtbank in zijn zaak tot een andere beslissing. De rechter besluit namelijk dat de gegevens van Julien C. niet verwijderd hoeven te worden, omdat hij het belangrijker acht dat de maatschappij weet dat Julien C. deze moord heeft begaan, dan dat de privacy van Julien gewaarborgd is.

Twee moordzaken, twee verzoeken om vergeten te worden en toch een andere uitkomst

Hoe komt het dat de rechter in deze twee zaken, die qua feiten grotendeels overeenkomen, toch tot twee verschillende uitspraken komt? Dit heeft ermee te maken dat er in gevallen zoals deze een belangenafweging moet worden gemaakt, wanneer iemand gebruik wenst te maken van zijn recht op vergetelheid. Er moet dan voor het specifieke geval bekeken worden wat zwaarder weegt: dit recht op vergetelheid of bijvoorbeeld het algemeen belang of de persvrijheid.

Deze belangenafweging is dan ook de reden dat er in de Duitse zaak een andere uitspraak gedaan wordt dan in de Nederlandse. Bij de afweging wordt er in beide zaken namelijk rekening gehouden met de verstreken periode en hoe de mannen zich na hun vrijlating gedragen. Waar er in de zaak van meneer T. 40 jaar verstreken is sinds de moord en hij zich netjes gedragen heeft na zijn vrijlating, is er in de zaak Julien C. pas 14 jaar verstreken, heeft Julien C. zijn resocialisatietraject en zijn behandeling nog niet afgerond en is hij na zijn vrijlating alweer meerdere keren in de fout gegaan. De rechter besluit daarom dat het algemeen belang en de persvrijheid in het geval van meneer T. niet meer opwegen tegen zijn persoonlijke belang, terwijl het persoonlijke belang van Julien C. (nog) niet zwaar genoeg weegt tegenover andere belangen.  

De conclusie die uit deze twee zaken getrokken kan worden, is dan ook dat de AVG weliswaar voorziet in een aantal sterke rechten voor betrokkenen, maar dat deze rechten niet absoluut zijn. Het recht op vergetelheid kan namelijk op gespannen voet staan met andere rechten of belangen. In dat geval moet er een belangenafweging gemaakt worden tussen enerzijds het privacybelang van de betrokkene en anderzijds bijvoorbeeld de uitingsvrijheid. De uitkomst van de belangenafweging kan dan zijn dat de persoonsgegevens niet verwijderd hoeven te worden.