Home / Nieuws & Blogs / Let op met lookalikes!

Let op met lookalikes!

| 2 juni 2022

In veel reclamespotjes zijn bekende personen te zien. Sommige personen spelen zelfs jarenlang hetzelfde karakter in een commercial. In de meeste gevallen zijn zij contractueel verbonden aan de partij achter de commercial en mag hun portret gebruikt worden, maar dit is niet altijd het geval. Soms wordt een imitatie van een bekend persoon of een parodie gebruikt om reclame te maken. Mag dit zomaar? Of kunnen bekendheden zich in dat geval beroepen op hun portretrecht?

Portretrecht

Op grond van het portretrecht kan iemand die geportretteerd is, zich verzetten tegen het gebruik van zijn portret wanneer diegene daarbij een redelijk belang heeft. Dit belang kan bijvoorbeeld een privacybelang zijn. Het portretrecht beoogt immers de persoonlijke levenssfeer te beschermen. Een bekend persoon kan ook een commercieel belang hebben wanneer sprake is van verzilverbare populariteit. Dit houdt in dat bekendheden geld moeten kunnen verdienen met hun bekendheid, en zich dus kunnen verzetten tegen onrechtmatige publicaties van hun portret waar zij anders een vergoeding voor hadden kunnen krijgen.

Lookalike kan portret zijn

Een portret hoeft echter niet per se een afbeelding van de persoon zelf te zijn. In sommige gevallen kan een lookalike ook als een portret worden aangemerkt. In het verleden zijn regelmatig lookalikes van bekende personen voorbijgekomen in reclamespotjes. Het privacybelang of commerciële belang van deze bekende personen kan zich verzetten tot het gebruik van hun portret (ook als lookalike) in een reclame, en dit heeft dan ook al regelmatig tot procedures geleid.

Een voorbeeld hiervan is de Gouden Gids-zaak, waarin een foto van een lookalike die vanaf achteren te zien was beschouwd werd als een portret van Katja Schuurman. De lookalike had namelijk dezelfde karakteristieke kenmerken als Schuurman, die eerder op dezelfde wijze was geportretteerd in de Gouden Gids, zoals het kapsel, silhouet en postuur. Hierdoor achtte de rechter het aannemelijk dat het publiek de lookalike zou aanzien voor Schuurman en hiermee werd een inbreuk gemaakt op haar portretrecht.  

De lookalike van Max Verstappen

Een opvallende recente zaak waarin het gaat om een vergelijkbare situatie is de procedure tussen Max Verstappen en Picnic. In 2016 was Max Verstappen te zien in een televisiereclame van supermarktketen Jumbo waarin hij boodschappen bezorgt met zijn Formule 1-auto. Een dag later plaatste de supermarktdienst Picnic een soortgelijke video, waarin een lookalike van Verstappen boodschappen van Picnic rondbrengt.

Verstappen spande vervolgens een procedure bij de rechtbank aan wegens schending van zijn portretrecht. De rechtbank oordeelde dat Picnic onrechtmatig heeft gehandeld door het portret van Verstappen te gebruiken en kende Verstappen een schadevergoeding toe.

Picnic ging vervolgens in hoger beroep. Het hof stelde Picnic in het gelijk en vernietigde de uitspraak van de rechtbank. Naar het oordeel van het hof waren de portretrechten van Verstappen namelijk niet geschonden omdat het voor het publiek duidelijk is dat het om een imitatie van Verstappen gaat. De uitspraak van de rechtbank werd door het hof vernietigd.

Het oordeel van de Hoge Raad

Verstappen stelde cassatie in tegen dit oordeel. Eind april kwam de langverwachte uitspraak en werd duidelijk dat de Hoge Raad het niet eens was met het hof. De Hoge Raad oordeelt dat het hof heeft miskend dat sprake is van een portret, omdat Verstappen in de lookalike kan worden herkend en deze herkenning is vergroot door bijvoorbeeld het gebruik van grime en kleding. Dat het voor het publiek duidelijk is dat het om een lookalike gaat, doet daar niet aan af. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam daarom vernietigd en de zaak verwezen naar het Gerechtshof Den Haag om de zaak opnieuw te beoordelen.

Lookalikes kunnen dus niet zomaar gebruikt worden omdat zij ook kunnen kwalificeren als een portret. Wanneer een persoon te herkennen is in de lookalike, kan een beroep op het portretrecht slagen, ook als voor het publiek duidelijk is dat het om een lookalike gaat. Hoe aantrekkelijk het voor adverteerders het dus ook kan zijn om lookalikes te gebruiken, na deze uitspraak van de Hoge Raad is voorzichtigheid geboden.


Meer lezen over dit onderwerp? Lees verder: