Big Brother is Watching You. Het is een van de meest bekende zinnen uit de literatuur en een veelgebruikt cliché in de Nederlandse en internationale politiek. Toen George Orwell deze zin in zijn wereldberoemde boek ‘1984’ opschreef, was videosurveillance nog niet uitgevonden. Nu, bijna tachtig jaar sinds het verschijnen van 1984, is het relatief eenvoudig om de overeenkomsten tussen de fictieve wereld van Orwell en de realiteit te zien.
Het is makkelijk om vanuit het Westen te wijzen naar landen als China waarvan we de praktijkvoorbeelden kennen, zoals camera’s met ingebouwde gezichtsherkenning die gekoppeld zijn aan een sociaal kredietsysteem. Elke overtreding van de wet wordt minutieus vastgelegd en gewogen. Bij te veel overtredingen wordt bijvoorbeeld het kopen van een huis of (inter)nationaal reizen bemoeilijkt.
Toch is gezichtsherkenning in Nederland ook een actueel thema, waarbij uiteenlopende perspectieven de nadruk leggen op zowel de kansen, als de risico’s van gezichtsherkenningstechnologie. In de verkiezingsprogramma’s van de VVD en van JA21 staan plannen om camera’s met gezichtsherkenning in te zetten bij demonstraties, met als doel om zo de veiligheid te borgen en relschoppers aan te pakken. De Partij voor de Dieren wil juist een verbod op camera’s met gezichtsherkenning in de openbare ruimte, om privacy van burgers te beschermen.[3] Amnesty International heeft de politie opgeroepen te stoppen met het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie vanwege de verregaande inbreuk op de privacy van burgers,[4] terwijl Bits of Freedom de Autoriteit Persoonsgegevens heeft gevraagd om het gebruik van gezichtsherkenning te onderzoeken.[5]
Eerder werd door mijn collega al een blog geschreven over het gebruik van gezichtsherkenning in de opsporing. Hierin werd al verwezen naar de richtlijnen van de European Data Protection Board (EDPB) uit 2022.[6] In deze richtlijnen wordt duidelijk gemaakt dat de inzet van gezichtsherkenning gebaseerd is op de verwerking van biometrische gegevens en daarom een verwerking van bijzondere persoonsgegevens omvat. Daarnaast moet er rekening gehouden worden met het Handvest van de grondrechten van de EU, waarin in artikel 7 het recht op eerbiediging van het privéleven is vastgelegd en in artikel 8 het recht op de bescherming van persoonsgegevens.
Ter illustratie: biometrische gegevens zijn persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met betrekking tot de fysieke, fysiologische of gedragsgerelateerde kenmerken van een natuurlijke persoon op grond waarvan eenduidige identificatie van die natuurlijke persoon mogelijk is. Denk hierbij aan klassieke voorbeelden als vingerafdrukken of een irisscan, maar ook aan de manier van lopen, de afstand tussen de ogen en de neus en bloedvatpatronen.[7]
Er zit een verschil tussen verwerking van biometrische gegevens door de politie en door private partijen. Voor de politie is de Wet politiegegevens leidend, terwijl private partijen zich aan de AVG moeten houden. In de Wet politiegegevens staat dat de verwerking van biometrische gegevens alleen mag als dit onvermijdelijk is voor het doel van de verwerking. Denk hierbij aan opsporing van mogelijke terroristen. De politie moet wel een gegronde reden hebben om de technologie in te mogen zetten.[8] De kritiek op dit wetsartikel is dat het vaag geformuleerd is. Hierdoor zijn er zorgen vanuit Amnesty International en Bits of Freedom over de inzet van gezichtsherkenning door de politie.[9][10]
In de basis is het gebruik van gezichtsherkenning volgens de Algemene verordening persoonsgegevens (AVG) verboden. Om de technologie toch in te kunnen zetten, is een uitzondering in de wet nodig. Hierbij moet altijd worden getoetst of de verwerking noodzakelijk en evenredig is en een zwaarwegend algemeen belang dient, zelfs als er een uitzondering in de wet van toepassing is. Met andere woorden, bij het inzetten van gezichtsherkenningstechnologie moet altijd worden afgewogen of er geen minder ingrijpende middelen beschikbaar zijn om het gestelde doel te bereiken én of de inzet van deze technologie niet zorgt voor te veel inmenging in de fundamentele rechten van burgers.
In Nederland zijn er een aantal uitzonderingen die gebruikt kunnen worden om gezichtsherkenningstechnologie in te zetten, en het eerdergenoemde verbod op te heffen. Artikel 29 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), het kleine broertje van de AVG, bevat een dergelijke uitzondering. Het verbod om biometrische gegevens te verwerken is niet van toepassing indien de verwerking noodzakelijk is voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden. Denk hierbij aan de beveiliging van een kerncentrale of het afhandelen van gevaarlijke stoffen in de haven van Rotterdam. Zoals eerder beschreven moet er eerst een data protection impact assessment (DPIA) worden uitgevoerd waaruit gemotiveerd blijkt dat de verwerking noodzakelijk is op basis van een zwaarwegend algemeen belang. Let wel: het gaat hier om een zwaarwegend algemeen belang. De beveiliging van een willekeurig kantoorpand of de entree van de sportschool valt hier niet onder en de verwerking van biometrische gegevens is hiervoor niet te verantwoorden.
De politie heeft in 2024 een inzetkader opgesteld, waarin beschreven wordt hoe gezichtsherkenningstechnologie bij de uitvoering van haar taken ingezet kan worden. Hierin staat expliciet beschreven: ‘’Voor het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie bestaat op dit moment geen expliciete wettelijke grondslag.’’[11] Toch is er geprobeerd de inzet van de technologie te rechtvaardigen door middel van een afweging tussen de wetmatigheid en de legitimiteit van de inzet, steunend op artikel 5 van de Wet politiegegevens. Bij zware delicten, zoals het opsporen van een verdachte van een (terroristische) aanslag, maakt de politie de afweging dat de ernst van het mogelijke feit opweegt tegen de eerder beschreven rechten van burgers.[12] De inzet van gezichtsherkenningstechnologie moet per casus worden afgewogen.
Dan terug naar de politiek: ‘’Om het demonstratierecht te beschermen moeten we relschoppers identificeren die het demonstratierecht misbruiken om strafbare feiten te plegen en hen niet straffeloos laten wegkomen. Daartoe moderniseren we de wet op de openbare manifestaties en zetten we camera’s met gezichtsherkenning in.’’[13] Zo luidt het verkiezingsprogramma van de VVD anno 2025. Daartegenover staat het volgende in het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren: ‘’Camera’s met gezichtsherkenning staan we niet toe in de openbare ruimte, winkels en horeca.’’[14] Bij het debat over het demonstratierecht van januari 2025 is tevens een motie aangenomen om te onderzoeken of en hoe camera’s met gezichtsherkenning ingezet kunnen worden bij ordeverstorende acties.[15]
Hier knelt de huidige wetgeving met de wens van de Kamer. Waar de Wet politiegegevens en de AVG en UAVG gezichtsherkenningstechnologie alleen bij uitzondering toestaan, stuurt de Kamer en tenminste twee van de partijen actief op verruiming van de inzet van de technologie. Het voorstel om de wet openbare manifestaties te verruimen zou de veiligheidsdriehoek (politie, justitie, burgemeester) extra bevoegdheden geven en deze verankeren in de wet. Hoewel er op deze manier een specifieke wettelijke grondslag lijkt te zijn voor de verwerking van biometrische gegevens ten behoeve van gezichtsherkenningstechnologie, is het nog maar de vraag of een dergelijke wetswijziging voldoende effect zal hebben. De verwerking van biometrische gegevens door middel van een wettelijke grondslag mag alleen plaatsvinden wanneer de eerdergenoemde evenredigheids- en noodzakelijkheidstoets uitwijst dat de verwerking niet voor een te hevige inbreuk op de fundamentele rechten van burgers zorgt.
In de praktijk verandert er door het invoeren van een dergelijke wet waarschijnlijk weinig. Op dit moment gebruikt de politie al gezichtsherkenningstechnologie, zij het met een (volgens Bits of Freedom en Amnesty International) tekortschietende juridische basis in de Wet politiegegevens. Met een verankering in de wet is de verwerking van biometrische gegevens weliswaar gestoeld op een heldere specifieke wettelijke grondslag, maar zal bij iedere mogelijke inzet van de technologie alsnog een evenredigheids- en noodzakelijkheidstoets moeten worden uitgevoerd.
De juridische werkelijkheid ligt mogelijk iets anders. Door een eventuele specifieke wettelijke grondslag kan de inzet van gezichtsherkenningstechnologie mogelijk sneller worden gerechtvaardigd door politie en justitie. Op dit moment worden sommige ingestelde klachtenprocedures gegrond verklaard omdat achteraf wordt beoordeeld dat de afweging tussen mensenrechten en surveillance niet goed is ingevuld.[16] Met een verduidelijkte wettelijke grondslag kan deze beoordeling wellicht verschuiven ten nadele van de burger.
Uiteindelijk blijft het gissen wat de toekomst zal brengen. Op dit moment mag de overheid nog geen gezichtsherkenningstechnologie inzetten, tenzij hier een zwaarwegend algemeen belang mee gediend wordt en de evenredigheid en noodzakelijkheid is getoetst. Toch wordt er volop geëxperimenteerd en gekeken naar randgevallen waar de letter van de wet de technologie verbiedt, maar de geest van de wet mogelijk ruimte laat. Het maatschappelijke debat weegt hierin natuurlijk ook mee; men voelt zich steeds minder veilig op straat, en wellicht kan deze technologie uitkomst bieden. Wie weet eindigt de discussie over gezichtsherkenning hetzelfde als het boek van Orwell: ‘’He loved Big Brother.’’
Heb je na het lezen van dit blog nog vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op!
[1] Verkiezingsprogramma VVD 2025, pagina 52.
[2] Verkiezingsprogramma JA21 2025, pagina 17.
[3] Verkiezingsprogramma Partij van de Dieren 2025, pagina 92.
[6] ‘’Richtsnoeren 05/2022 voor het gebruik van gezichtsherkenningstechnologie in het kader van rechtshandhaving’’ European Data Protection Board, Vastgesteld op 26 april 2023.
[8] ‘’Inzetkader Gezichtsherkenningstechnologie Politie'' Politie, 12 februari 2023.
[10] ‘’Surveillance bij demonstraties’’ Amnesty International.
[11] ‘’Inzetkader Gezichtsherkenningstechnologie Politie’’ Politie, 12 februari 2023.
[12] ‘’Inzetkader Gezichtsherkenningstechnologie Politie’’ Politie, 12 februari 2023.
[13] Verkiezingsprogramma VVD 2025, pg. 52
[14] Verkiezingsprogramma PvdD, pg. 92
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.