Home / Nieuws & Blogs / Platform Uber en de Taxiwet

Platform Uber en de Taxiwet

14 februari 2017

Eind vorig jaar heb ik een blog geschreven waarin ik stel dat het platform Uber is te kwalificeren als ‘dienst van de informatiemaatschappij’. Naar aanleiding van deze blog heb ik de vraag gekregen hoe het dan kan dat Uber een dwangsom heeft gekregen wegens overtreding van de Taxiwet. In deze blog leg ik daarom uit waarom Uber als dienst van de informatiemaatschappij zich moet houden aan de regels die zijn opgenomen in de Taxiwet.

De deeleconomie is op dit moment een hot-item. Bekende deelplatforms zoals airbnb en uber trekken dagelijks duizenden bezoekers. Dit is voor de Europese Commissie een reden geweest om zich verder te verdiepen in deze platforms. Afgelopen jaar is de Commissie daarom gekomen met ‘Een Europese agenda voor de deeleconomie’ waarin zij richtsnoeren geeft voor de modernisering van de interne markt. Hierin omschrijft de Commissie de deeleconomie als volgt: ‘de deeleconomie omvat bedrijfsmodellen waarin activiteiten worden gefaciliteerd door deelplatforms die een open marktplaats tot stand brengen voor het tijdelijke gebruik van (vaak door particulieren aangeboden) goederen of diensten’. Opvallend aan deze definitieomschrijving is dat ook professionele partijen hieronder kunnen vallen.

Vergunningen en specifieke regelgeving

De Europese Unie (EU) heeft een interne markt, oftewel: een ruimte zonder binnengrenzen. Een belangrijk aspect van de interne markt is het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. Dit brengt met zich mee dat er niet meer vereisten mogen worden opgelegd aan dienstverleners dan strikt noodzakelijk is.

Wanneer een online-platform is aan te merken als ‘dienst van de informatiemaatschappij’, zoals opgenomen in de Richtlijn inzake elektronische handel, mag het platform niet worden onderworpen aan een voorafgaande vergunningsplicht. Een platform is een dienst van de informatiemaatschappij als de dienst ‘gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van een afnemer van diensten’ wordt verricht.

De situatie kan bestaan dat een online-platform naast ‘diensten van de informatiemaatschappij’ ook de onderliggende dienst aanbiedt: bij Uber gaat het om de vervoersdienst an sich. In zo’n geval bestaat de mogelijkheid dat sectorspecifieke regelgeving op deze onderliggende dienst – en dus ook op het platform – van toepassing is. Om dit te bepalen, moet er worden gekeken naar de mate van controle die het platform heeft op de onderliggende dienst of naar de invloed die het platform heeft op de aanbieder van deze onderliggende dienst. Wanneer hier sprake van is, kan worden bepaald aan de hand van drie aanknopingspunten die door de Commissie zijn opgesteld:

  1. Het platform bepaalt de prijs van de dienst;
  2. Het platform legt contractuele voorwaarden op voor de wijze waarop de dienst wordt afgenomen;
  3. Het platform is de eigenaar van het strategische activa waarmee de dienst wordt verricht.

Uber en de Taxiwet

De Taxiwet is sectorspecifieke regelgeving die op het platform van toepassing is omdat Uber, naast een dienst van de informatiemaatschappij, ook de onderliggende dienst verricht:

  1. Uber bepaalt namelijk de prijs voor de taxirit door middel van een prijsberekening (basistarief + het tarief voor afstand en tijd);
  2. Uber bepaalt de contractuele voorwaarden tussen de (uber)chauffeur en zijn passagier, zoals het recht op een annuleringsvergoeding;
  3. Uber biedt haar chauffeurs de mogelijkheid voordelig een auto (privé) te gebruiken.

Om deze reden heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport een dwangsom kunnen opleggen aan Uber voor de overtreding van de Taxiwet.