Home / Nieuws & Blogs / Privacy jurisprudentieblog november 2020

Privacy jurisprudentieblog november 2020

30 november 2020

Privacy haalt dagelijks het nieuws. Daarbij komen vanzelfsprekend vooral de grotere zaken aan bod. Denk aan gevoelige datalekken, grootschalige hacks of de inzet van (geheime) camera’s. Er is echter veel meer gaande op het gebied van privacy, wat niet altijd het nieuws haalt. Door deze jurisprudentie leren we veel over hoe de AVG uiteindelijk toegepast wordt. In deze blog zetten we diverse uitspraken van de maand november op een rij.  

1. Geen transitievergoeding bij ernstig verwijtbaar handelen door raadplegen persoonsgegevens

KLM heeft in deze zaak verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met haar HR-medewerker wegens ernstig verwijtbaar handelen. Werkneemster heeft vanuit haar functie toegang tot vertrouwelijke informatie, waaronder gevoelige personeelsgegevens, en heeft daarvoor een geheimhoudingsplicht. Haar partner werkt ook bij KLM. Aan haar partner had ze het wachtwoord van haar zakelijke laptop verstrekt, waarop hij meerdere keren ingelogd had. Daarbij paste hij in het verlofsysteem zijn rooster aan. KLM heeft hem hiervoor ontslagen.

Werkneemster heeft daarmee niet voldaan aan de hoge integriteitseisen die bij haar functie horen en is hier in het verleden ook al eens eerder door KLM op aangesproken. De kantonrechter oordeelt dan ook dat er sprake is van verwijtbaar handelen van werkneemster en dat er sprake is van een redelijke grond voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de rechter kan het niet anders dan dat werkneemster zich bewust moet zijn geweest dat haar gedragingen niet door de beugel konden. Om deze reden oordeelt de kantonrechter dat de gedragingen van werkneemster ernstig verwijtbaar zijn en KLM geen transitievergoeding verschuldigd is

2. Dure fout door heffingsambtenaar

In deze zaak speelden twee dingen. Ten eerste had de eiser een naheffingsaanslag van parkeerbelasting ontvangen van een heffingsambtenaar. Ten tweede had eiser op 1 december 2019 een verzoek ingediend tot inzage in zijn gegevens, waar hij enkele dagen later als reactie op kreeg dat dit verzoek werd afgewezen. Hier werd begin 2020 bezwaar tegen gemaakt door de eiser. Op dat bezwaarschrift is echter geen reactie meer gekomen. Wanneer een bestuursorgaan niet op tijd een besluit neemt dan kan daartegen beroep worden ingesteld. Dat deed de eiser dan ook. Toen ging het echter mis, want de heffingsambtenaar dacht dat dit zag op de naheffingsaanslag van de parkeerbelasting. Het verweerschrift dat deze ambtenaar vervolgens indiende was hier dan ook op gericht. En dat terwijl het allemaal ging op de afwijzing van het recht op inzage van de eiser.

De rechtbank merkt de afwijzing van het recht van inzage aan als een besluit in de zin van de Awb waartegen bij brief begin 2020 tijdig bezwaar is gemaakt door de eiser. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de beslistermijn is overschreden. De rechtbank constateert dat sinds twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling meer dan 42 dagen zijn verstreken, en dat de heffingsambtenaar nog steeds niet op het bezwaarschrift heeft beslist. De rechtbank oordeelt dan ook dat de heffingsambtenaar inmiddels het maximale bedrag van € 1.442,- aan dwangsommen heeft verbeurd welke aan de eiser betaald dient te worden door de heffingsambtenaar. Een dure fout!

2. Gerechtvaardigd belang om adresgegevens te verkrijgen?

In deze zaak wil de eiser meerdere getuigen laten horen, alleen kan hij bij twee getuigen niet achter het adres komen waardoor ze niet uitgenodigd kunnen worden. De eiser staat in deze zaak tegenover Hotel Gaming, waar deze twee getuigen werkzaam zijn. Eiser besloot een vordering in te stellen waarbij hij Hotel Gaming verzoekt om inzage in de salarisspecificaties van deze twee werknemers en daarmee de adresgegevens en geboortedata. Bij de beantwoording van de vraag of Hotel Gaming inzage en afschrift van de gegevens moet verschaffen, moet gekeken worden of hiervoor een gerechtvaardigd belang is. De rechtbank overweegt dat het bij de beoordeling van deze vraag (onder meer) gaat om de vraag of het zwaarwegende belang van waarheidsvinding moet wijken voor het belang van vertrouwelijkheid.  

De rechtbank stelt voorop dat het verstrekken van de gevraagde gegevens een inbreuk op de privacy van deze werknemers vormt. In dit geval betreffen de door eiser gevraagde gegevens echter geen bijzondere persoonsgegevens. De gegevens waar het om gaat (namen en geboortedata) zijn opgenomen in de Basisregistratie Personen en kunnen door daartoe aangewezen organisaties, waaronder deurwaarderskantoren, geraadpleegd worden, bijvoorbeeld ten behoeve van het oproepen van getuigen, waar het hier om gaat. De inbreuk op de privacy is dan ook niet zwaarder dan in het geval de gegevens door de advocaat van eiser zonder tussenkomst van Hotel Gaming zouden worden opgevraagd in de Basisregistratie Personen. Wat betreft de gevolgen van de verwerking overweegt de rechtbank dat Hotel Gaming heeft aangevoerd dat de gevraagde gegevens vanwege de vertrouwelijkheid ervan niet verstrekt zouden moeten worden, omdat eiser zich na het verkrijgen ervan mogelijk schuldig zal maken aan intimidatie. Volgens de rechtbank heeft Hotel Gaming deze vrees echter onvoldoende onderbouwd. Hotel Gaming moet dus aan de advocaat van eiser de salarisspecificaties van deze twee getuigen verstrekken, waaruit enkel hun namen, adresgegevens en geboortedata blijken. Voor het overige moet Hotel Gaming de salarisspecificaties onleesbaar maken.

4. Hoge boete in Frankrijk voor niet naleven informatieplicht

In artikel 13 van de AVG staat beschreven hoe je betrokkenen dient te informeren over onder meer hoe en waarom je gegevens van hen verwerkt. Dit gebeurt over het algemeen in een privacyverklaring. In Frankrijk heeft de Carrefour-keten een boete ontvangen van de Franse gegevensbeschermingsautoriteit CNIL, voor het niet naleven van deze regel. De informatie wat niet toegankelijk, omdat het veel te lang en ingewikkeld was. Er was voor onnodig gecompliceerde formuleringen gekozen. Ook was de keten onvolledig wat betreft de bewaartermijnen, grondslagen en de gegevensoverdracht naar partijen buiten de Europese Unie. Daar komt nog bij dat wanneer je op de website kwam, er automatisch advertentiecookies geplaatst werden nog voordat hiervoor toestemming was gegeven en Carrefour niet transparant was over welke gegevens aan andere partijen doorgegeven werden. Enkele van bovenstaande punten had de keten aangepast na hierop te zijn gewezen door de autoriteit, maar lang niet allemaal. Uiteindelijk deelde CNIL een boete hiervoor uit van maar liefst €2.250.000 en €800.000 aan de bedrijven Carrefour France en Carrefour Banque.

5. Verwijderverzoek aan Google afgewezen

De eisers in deze zaak verzochten Google om gegevens van hen te verwijderen. De eisers zijn twee bekende Groningse vastgoedmagnaten die op zijn zachts gezegd niet zo goed in de media waren gekomen. Wanneer hun namen als zoektermen in Google Search worden opgegeven, worden zoekresultaten zichtbaar die verwijzingen bevatten naar onder meer een aflevering van het programma "Foute Boel" op SBS en een aflevering van het programma #BOOS op BNNVARA waarin zij worden genoemd.

Het verzoek tot verwijdering van je gegevens is een recht dat iedere betrokkene heeft. Het is echter niet zo dat daar altijd aan voldaan dient te worden.  De verwerkingsverantwoordelijke (in dit geval is dat Google) kan namelijk dwingende, gerechtvaardigde gronden voor de verwerking aanvoeren die zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de eisers. Dat gebeurde ook in dit geval. De rechtbank vindt namelijk dat de berichtgeving een waarschuwingsfunctie heeft en deze berichtgeving deel uitmaakt van een (lokaal) maatschappelijk debat over onder meer de huursector en dat eisers publieke figuren zijn op de Groningse vastgoedmarkt. Zij hebben dan ook te dulden dat hun handelen in de media ter discussie wordt gesteld.  Daar komt nog bij dat de berichtgeving over de eisers met name ziet op het handelen als verhuurder (hun beroep), waardoor inbreuk op het recht op eerbiediging van het privéleven dan ook in mindere mate aan de orde is. Google hoeft dan ook niet aan het verzoek te voldoen.

6. De AP op de vingers getikt

Op 23 november 2020 heeft de rechtbank Midden-Nederland een uitspraak gedaan in de zaak “VoetbalTV”. De rechtbank oordeelde dat VoetbalTV een door de Autoriteit Persoonsgegevens opgelegde boete van € 575.000 niet hoeft te betalen. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een verkeerd besluit genomen ten aanzien van de grondslag “gerechtvaardigd belang”. Inmiddels is de speeltijd van VoetbalTV verstreken, want het platform is in september 2020 failliet verklaard. Dat neemt echter niet weg dat de uitspraak van wezenlijk belang is voor de praktijk. Lees een uitgebreide samenvatting van deze uitspraak in deze blog.

 Benieuwd wat er in december gaat gebeuren? Wij ook. Over een maand zijn we bij u terug met de volgende jurisprudentieblog!


Deze blog is in samenwerking geschreven met stagiaire Maxime Leijendekker.