Home / Nieuws & Blogs / De webwinkel als kredietverstrekker

De webwinkel als kredietverstrekker

| 20 januari 2011

Veel webwinkels bieden de consument de mogelijkheid aan om “later te betalen”, al dan niet via een lening of krediet met rente. Er zijn diverse soorten kredieten of leningen. Een complicatie is dat het bedrijfsmatig lenen van geld aan consumenten soms een vergunning vereist. Wanneer moeten webwinkels nu een vergunning hebben?

Er zijn kortweg drie manieren waarmop een webwinkel een consument een lening of krediet kan aanbieden:

In de eerste vorm kan de webwinkel aan de consument zelf geld lenen. Daarmee kan de consument direct, maar ook later producten kopen. Het te kopen product staat nog niet vast, maar het geldbedrag wel. Dit lijkt op een doorlopend krediet, zoals banken dit ook verstrekken. De klant neemt immers pas geld op, op het moment dat hij dat nodig heeft. Vaak staat dit tot dat moment op een aparte rekening. De afbetaling geschiedt dan in termijnen (met rente). Dit wordt in de wet aangeduid als een geldkrediet.

De tweede vorm is dat de webwinkel een zogenaamd goederenkrediet aanbiedt. Dat wil zeggen dat de consument het product koopt met geld dat hij heeft geleend van de webshop. Dit wordt dan bijvoorbeeld in termijnen (met rente!) afbetaald. Dit is de bekendste vorm,. Denk aan reclame uitingen zoals “koop nu en betaal in 24 termijnen”. Het geleende geldbedrag is in dit geval gelijk(exclusief rente) aan het aankoopbedrag van het product.

De derde vorm van krediet verstrekken is bemiddeling in bovenstaande twee gevallen. Dat wil zeggen dat de winkel als tussenpersoon fungeert tussen een kredietverstrekker en de consument. De lening wordt in dat geval bij een derde partij afgesloten en niet bij de webshop zelf.

In de eerste twee gevallen is de winkelier in principe vergunningplichtig. Dat wil zeggen dat de onderneming een vergunning dient aan te vragen bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) op basis van de Wet op het financieel toezicht (WFT). Het verstrekken van kredieten is namelijk aan allerlei strenge regels gebonden, voornamelijk uit de WFT en de AFM houdt daar toezicht op. Te denken valt aan het opstellen van een prospectus en voorwaarden. Daar een webwinkel deze kredieten zelf aanbiedt, dat wil zeggen zelf geld verstrekt, heeft de shop dus een vergunning nodig. Een voorbeeld is Wehkamp, welke zelf kredieten aanbiedt.

Er zijn echter uitzonderingen op de vergunningsplicht. Deze gelden in het geval van een bemiddeling. Overigens is de derde partij, welke het krediet verstrekt, uiteraard wel vergunningplichtig, maar de webwinkel niet altijd. Deze uitzondering geldt alleen als is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • Het gaat om een goederenkrediet (dus geen geldkrediet!).
  • De looptijd van het goederenkrediet mag niet langer zijn dan de verwachte levensduur van het gefinancierde product.
  • Ook mag deze bemiddelaar de consument niet adviseren over het financiële product waarin hij bemiddelt.
  • Ook moet de bemiddelaar een andere zogenaamde hoofd beroepswerkzaamheid hebben dan bemiddeling in goederenkrediet; Voor webwinkels geldt dit al snel, omdat deze nu eenmaal producten verkopen en niet als belangrijkste inkomstenbron het verlenen van kredieten hebben.
  • En ten slotte moet het goederenkrediet direct dienen ter verschaffing van een product.

Een voorbeeld is de “comfort card” waar webshops gebruik van kunnen maken. Klanten kunnen in het betaalmenu kiezen voor betalen in termijnen en “lenen” dan via de derde partij, terwijl zij het product bij de webshop kopen. In alle andere gevallen is de webshop dus vergunningplichtig, zowel bij bemiddeling als bij kredietverstrekking.