Digitalisering is in Nederland uitgegroeid tot een van de meest bepalende krachten achter maatschappelijke verandering. Het beïnvloedt hoe burgers met de overheid omgaan, hoe publieke diensten worden ingericht, hoe besluitvorming plaatsvindt en hoe fundamentele rechten worden beschermd. Toch wordt digitalisering nog te vaak benaderd als een technisch of organisatorisch vraagstuk, terwijl zij in werkelijkheid raakt aan de kern van bestuur, rechtsstaat en publieke verantwoordelijkheid.
De huidige discussie over de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS) laat zien dat die spanning steeds zichtbaarder wordt. Ambitie en urgentie zijn onmiskenbaar aanwezig, maar de vraag hoe digitalisering structureel wordt georganiseerd, blijft grotendeels nog abstract.
Nederland kent geen gebrek aan digitale plannen, programma’s en beleidsagenda’s. De NDS markeert een duidelijke poging om versnippering tegen te gaan en digitalisering overheidsbreed te benaderen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid (blog NDS). Thema’s als cloud, data-deling, artificiële intelligentie en digitale weerbaarheid worden gepositioneerd als randvoorwaarden voor een goed functionerende overheid en economie.
Tegelijkertijd blijft de bestuurlijke realiteit weerbarstig. Digitale vraagstukken zijn verdeeld over ministeries, bestuurslagen en uitvoeringsorganisaties, vaak zonder eenduidig mandaat of doorzettingsmacht. De roep om sterkere centrale regie, bijvoorbeeld via een minister voor Digitale Zaken, is een teken van bestuurlijke noodzaak. Digitalisering is simpelweg te verbonden met andere beleidsterreinen om vrijblijvend te blijven.
Een belangrijke uitdaging ligt in de manier waarop digitalisering financieel wordt benaderd. Publieke investeringen in digitale infrastructuur worden nog te vaak gezien als omvangrijke kostenposten, in plaats van als strategische investeringen. Zo communiceerde de verantwoordelijke demissionaire staatssecretaris voor Digitalisering, Eddie van Marum, recent een eerste inschatting van de kosten voor de uitvoering van de Nationale Digitaliseringsstrategie (NDS). Deze raming komt uit op € 950 miljoen en betreft bovendien een voorlopige schatting, gebaseerd op de financieel grootste projecten per NDS-onderdeel.
Daartegenover staan baten die diffuus, indirect of moeilijk te kwantificeren zijn. Efficiëntere dienstverlening, betere informatievoorziening, het voorkomen van maatschappelijke schade en een versterkte rechtsbescherming laten zich nu eenmaal niet eenvoudig vertalen naar klassieke, financieel onderbouwde businesscases.
Het resultaat is een hardnekkige paradox: iedereen erkent dat digitalisering onmisbaar is, maar tegelijkertijd bestaat er ongemak over de schaal en de duur van de benodigde investeringen. Zolang digitalisering niet expliciet wordt benaderd als een langetermijninvestering in publieke infrastructuur, blijft het kwetsbaar voor wisselende politieke prioriteiten en budgettaire schommelingen.
De recente versterkte positie van het CIO-stelsel bij het Rijk onderstreept dat betere regie noodzakelijk is om digitale ambities waar te maken. Regie op digitalisering vraagt niet alleen politieke aandacht, maar institutionele borging. Dat betekent: duidelijke verantwoordelijkheden, afdwingbare afspraken, transparante besluitvorming en structurele verantwoording. Zonder deze elementen is digitalisering afhankelijk van individuele projecten en tijdelijke programma’s, met alle risico’s van dien.
Daar komt bij dat digitalisering niet langer een uitsluitend nationale aangelegenheid is. Geopolitieke spanningen, afhankelijkheid van niet-Europese technologiebedrijven en toenemende cyberdreigingen maken digitale autonomie tot een strategisch vraagstuk. De aandacht voor soevereine cloudoplossingen en Europese digitale ecosystemen is daarmee geen ideologische keuze, maar een reactie op reële risico’s rondom zeggenschap, toegang tot data en continuïteit van publieke dienstverlening.
Digitale soevereiniteit betekent in deze context niet dat alles nationaal of publiek moet worden uitgevoerd, maar dat overheden bewust keuzes maken over waar controle noodzakelijk is en hoe publieke waarden juridisch en technisch worden geborgd.
Onder al deze discussies ligt een fundamentelere vraag: wat verstaan we eigenlijk onder digitalisering? Te vaak wordt het gereduceerd tot het digitaliseren van bestaande processen of het invoeren van nieuwe systemen. Maar in werkelijkheid herontwerpt digitalisering de werking van publieke instituties zelf. Data en algoritmen sturen besluitvorming, digitale systemen bepalen toegang tot rechten en technologie beïnvloedt de machtsverhoudingen tussen overheid, markt en burger. Dat maakt digitalisering niet neutraal en niet vrijblijvend. Wie digitale infrastructuur ontwerpt, maakt keuzes over transparantie, controle en rechtvaardigheid.
Nederland heeft eerder voor vergelijkbare opgaven gestaan. De aanleg van het spoorwegenstelsel, de Deltawerken en het eeuwenoude systeem van waterschappen waren niet uitsluitend technische prestaties, maar maatschappelijke projecten van lange adem. Zij vroegen om samenwerking tussen overheden, wetenschap, bedrijfsleven en burgers, om standaardisatie, duurzame financiering en duidelijke governance. De waterschappen vormen daarbij een bijzonder relevant voorbeeld. Zij laten zien hoe een technisch complexe infrastructuur kan worden bestuurd als een publiek goed dat politieke overtuigingen overstijgt. Veiligheid en continuïteit stonden daarbij altijd centraal.
Misschien ligt daar ook de sleutel voor de toekomst van digitalisering. Onze nationale digitale infrastructuur heeft inmiddels een vergelijkbare maatschappelijke betekenis gekregen als waterbeheer. Dat vraagt om governance die techniek, recht en publieke waarden structureel aan elkaar verbindt. Het idee van waterschappen kan daarbij dienen als inspiratie: geen nieuwe bestuurslaag, maar een organiserend principe waarin verantwoordelijkheid, financiering en toezicht duurzaam zijn ingericht. Niet gericht op innovatie om de innovatie, maar op betrouwbaarheid, veiligheid en publieke controle.
Mocht men nog een goede naam met historische context zoeken. Dan stel ik voor om de term “Digischappen” te introduceren.
Heb je nog vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op!
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.