Er komen steeds meer games/apps op de markt die gebruik maken van in-app aankopen. De app zelf is vaak gratis, maar als je iets extra’s wilt kan je bijvoorbeeld credits kopen om binnen het spel aankopen te doen. Je koopt dan met ‘echt’ geld, geld voor in de app (credits). Er zijn ook situaties te bedenken, waarin de app-maker de credits terugneemt en de waarde daarvan terugbetaalt. Deze laatste stap is van groots belang, want het zou kunnen zijn dat je je als app-maker in dat geval moet houden aan specifieke voorwaarden. De Wet financieel toezicht (Wft) regelt, zoals de naam zelf al zegt, alles met betrekking tot het toezicht op de financiële sector. In deze wet staan een aantal belangrijke voorwaarden waaraan een financiële onderneming moet voldoen om zo financiële zekerheden te kunnen waarborgen. Maar valt een app-maker nou onder de regels van deze wet?
Financiële onderneming
/> De eerste vraag die gesteld kan worden, is of de onderneming achter de app een zogenoemde ‘financiële onderneming’ is in de zin van de wet. In artikel 1:1 Wft wordt het volgende verstaan onder het begrip:
bank, beheerder, beleggingsinstelling, beleggingsonderneming, betaaldienstverlener, bewaarder, clearingsinstelling, entiteit voor risico-acceptatie, finaciëledienstverlener, financiële instelling, pensioenbewaarder, verzekeraar of wisselinstelling.
Het lijkt er op dat de onderneming achter de app onder geen enkele bepaling valt. De onderneming wisselt namelijk enkel geld voor credits en dat valt onder geen van deze omschrijvingen. Alhoewel, ‘wisselinstelling’ lijkt misschien overeen te komen. De Wft verstaat onder dit begrip:
een instelling die zich bezig houdt met geldwisseltransacties, waarbij munten of bankbiljetten worden omgewisseld tegen andere munten of bankbiljetten.
Dit lijkt mij duidelijk! Aangezien het geld wordt gewisseld voor credits, en niet voor andere munten of bankbiljetten, valt de ondernemer niet onder dit begrip. Hiermee valt de toepassing van een groot gedeelte van de wet al weg.
Aantrekken van opvorderbare gelden
/> De tweede vraag is of het wisselen van credits valt onder het begrip ‘aantrekken van opvorderbare gelden’. Deze activiteit is namelijk verboden op grond van artikel 3:5 Wft en mag niet zomaar door iedereen worden uitgevoerd. Wel kan er een vergunning of ontheffing worden aangevraagd, maar hiervoor zal je moeten voldoen aan vele vereisten.
/> De wet verstaat onder het aantrekken van opvorderbare gelden het volgende:
gelden die op enig moment terugbetaald moeten worden, uit welke hoofde dan ook, en waarvan op voorhand duidelijk is welk nominaal bedrag moet worden terugbetaald
Het wisselen van gamecredits lijkt hier wel een beetje op. Er wordt namelijk een bedrag ‘overgemaakt’ aan de gamemaker, waarna hij credits uitgeeft. Eventueel zou de maker op een later tijdstip een bepaald bedrag terug moeten betalen, na het terugwisselen van de credits. Uit mijn vorige zin wordt al duidelijk waar het fout gaat. Een ‘bepaald bedrag’, de hoogte staat dus niet op voorhand al vast. Men kan meer credits inwisselen aan het einde, de speler heeft tijdens het spel bijvoorbeeld winst gemaakt. Ook hier voldoet de app-maker niet aan en is er geen vergunning of ontheffing nodig.
Elektronischgeldinstelling
/> Als laatste is er dan nog een mogelijkheid dat de onderneming achter de app getypeerd kan worden als een ‘elektronischgeldinstelling’. Je zou namelijk kunnen zeggen dat de onderneming elektronisch geld uitgeeft. De credits staan voor een bepaalde waarde en kunnen worden besteed aan virtuele producten binnen de app. En het lijkt ook wel te kloppen, de wet zegt namelijk het volgende over een ‘elektronischgeldinstelling’:
degene die zijn bedrijf maakt van de uitgifte van elektronisch geld
Natuurlijk zijn er altijd weer uitzonderingen op de regel. In artikel 1:5 van de Wft wordt het begrip elektronischgeldinstelling beperkt. In onderdeel a van dit artikel is bepaald dat bepaalde betaalinstrumenten, die binnen dezelfde onderneming of netwerk van ondernemingen kunnen worden gebruikt, niet onder de wet vallen. Denk hier bijvoorbeeld aan klantenkaarten of cadeaukaarten. Nu de app in dit geval aangemerkt wordt als betaalinstrument en niet van tevoren wordt betaald, valt de app niet onder deze bepaling. In dat geval is de onderneming achter de app nog steeds een elektronischgeldinstelling.
In onderdeel b van artikel 1:5 is bepaald dat het betalingstransacties ten behoeve van aankoop van goederen of diensten, welke worden uitgevoerd en teruggeleverd via het medium waarmee de transactie is gestart, niet vallen onder de wet. De memorie van toelichting geeft als voorbeeld: het kopen van een ringtone via een telefoon. De ringtone is dan alleen te gebruiken op die telefoon.
/> Het wisselen van credits kan gezien worden als een soortgelijke transactie. De app is in dit geval het medium waarmee de credits kunnen worden gekocht. Deze credits worden weer teruggeleverd in de app, aan de gebruiker. Daarna kunnen de credits weer worden gebruikt in de app zelf.
Conclusie
/> Met de inname en uitgifte van credits kan de onderneming achter de app gezien worden als een elektronischgeldinstelling. Het gebruik van de app valt echter onder de beperking, waardoor de wet niet van toepassing is op het gebruik van de credits. In dat geval hoeft een app-maker dus niet te voldoen aan specifieke voorwaarden.
Meld je nu aan voor één van de nieuwsbrieven van ICTRecht en blijf op de hoogte van onderwerpen zoals AI, contracteren, informatiebeveiliging, e-commerce, privacy, zorg & ICT en overheid.