Home / Nieuws & Blogs / Registratie bij OPTA heeft geen rechtsgevolg; incidenteel aanbieden telecomdiensten maakt je nog geen telco

Registratie bij OPTA heeft geen rechtsgevolg; incidenteel aanbieden telecomdiensten maakt je nog geen telco

| 4 januari 2013
lang="nl-NL">Op 19 december 2012 heeft de OPTA een beslissing genomen op het bezwaar dat Quadriga in 2010 had ingediend tegen de registratie van Quadriga als aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten en tegen een besluit inzake toezichtkosten. href="http://www.opta.nl/nl/actueel/alle-publicaties/publicatie/?id=3688">Deze zaak is om een aantal redenen opmerkelijk. id="more-5754"> lang="nl-NL"> Beslissing is uitgesteld tot na uitspraak CBb in zaak SURFnet lang="nl-NL">Normaal gesproken moet een bestuursorgaan (zoals OPTA), binnen een termijn van zes weken een beslissing nemen op een bezwaar. Het bestuursorgaan kan de beslissing op een bezwaar echter ook uitstellen indien de indiener van het bezwaarschrift daarmee instemt. In dit geval had Quadriga toestemming gegeven om te wachten met de beslissing tot het College van Beroep voor het bedrijfsleven zou hebben beslist in de href="https://www.ictrecht.nl/ictrecht/%EF%BB%BFhet-definitieve-oordeel-over-het-criterium-openbaar-in-de-zin-van-de-telecomwet/">zaak tussen SURFnet en OPTA. Dat heeft een opschorting van ongeveer twee jaar opgeleverd. lang="nl-NL"> Registratie bij OPTA is geen besluit in bestuursrechtelijke zin lang="nl-NL">Het bezwaar ten aanzien van de registratie van Quadriga als aanbieder van openbare elektronische communicatiediensten, heeft de OPTA niet-ontvankelijk verklaard. Dit omdat de OPTA meent dat de registratieverklaring niet is gericht op het tot stand brengen van rechtsgevolgen die onstaan in de verhouding van het bestuursorgaan tot één of meer anderen. Ter ondersteuning van dit standpunt citeert de OPTA een passage uit de memorie van toelichting bij een oude versie (2004) van Telecommunicatiewet: lang="nl-NL"> “Het college verstrekt aan degene die een mededeling als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, heeft gedaan, een verklaring dat de mededeling is gedaan. (…) Doel van een dergelijke verklaring is het voor de desbetreffende aanbieders, onderscheidenlijk ondernemingen vergemakkelijken van het uitoefenen van de hiervoor genoemde rechten tegenover bijvoorbeeld een andere aanbieder dan wel onderneming. Het afgeven van de verklaring is geen voorwaarde voor het mogen aanleggen of aanbieden van openbare elektronische communicatienetwerken of bijbehorende faciliteiten, dan wel het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten.  De verklaring brengt evenmin rechten of plichten tot stand: de rechten en plichten  vloeien voort uit de desbetreffende bepalingen van de wet en de daarop berustende  bepalingen (cursief college). lang="nl-NL">Ik heb de indruk dat bovenstaand citaat voor een belangrijk deel is ingegeven door de noodzaak voor de wetgever om te vermijden dat het registratievereiste voor telecommunicatieaanbieders zou kunnen worden uitgelegd als een vorm van censuur, waarbij voorafgaande toestemming van overheidswege wordt vereist alvorens meningen en informatie via telecomdiensten kunnen worden uitgewisseld. Het geheel loskoppelen van de verklaring van registratie en de verdere rechten en plichten die vervolgens uit de status van het zijn van een openbare elektronische communicatiedienst voortvloeien, lijkt verder immers nogal kunstmatig. lang="nl-NL">Doordat de OPTA het bezwaar ten aanzien van de registratie niet-ontvankelijk verklaart, is verder niet goed meer duidelijk wat de status is van de verklaring betreffende de registratie van Quadriga. In het vervolg van haar beslissing heeft de OPTA namelijk zelf vastgesteld dat Quadriga juist géén aanbieder van elektronische communicatiediensten is. Dit is lijnrecht in strijd met OPTA's eerdere verklaring van registratie, zonder dat die verklaring ook formeel is vernietigd. lang="nl-NL"> Incidenteel (uit serviceoverwegingen) aanbieden van elektronische communicatiediensten maakt nog geen “aanbieder” lang="nl-NL">De omstandigheden die de OPTA hebben geleid tot het oordeel dat Quadriga geen aanbieder is van openbare elektronische communicatiediensten, zijn de volgende:
  • lang="nl-NL">de entertainmentdienst (met ‘on demand content’) die Quadriga aanbiedt is een inhoudsdienst;
  • lang="nl-NL">de kern van de (overige) dienstverlening van Quadriga bestaat uit het beschikbaar stellen van technische apparatuur;
  • lang="nl-NL">slechts bij uitzondering wordt in contractuele zin internettoegang doorgeleverd (uit serviceoverwegingen).
lang="nl-NL"> OPTA behoudt zich uitdrukkelijk het recht voor om in de toekomst anders te besluiten lang="nl-NL">De OPTA behoudt zich uitdrukkelijk nog wel het recht voor om op een later moment toch anders te besluiten, voor het geval het zwaartepunt van de dienstverlening van Quadriga in de toekomst toch meer naar de het verschaffen van internettoegang (wel een echte elektronische communicatiedienst) zou verschuiven. Ik kan mij zo geen andere beslissing van de OPTA herinneren waarin zij zich dit recht op deze manier voorbehoudt. lang="nl-NL"> Houvast voor andere 'incidentele aanbieders' lang="nl-NL">Deze beslissing van de OPTA vormt een sterk houvast voor andere aanbieders die incidenteel, als 'extraatje' bij overige dienstverlening, internettoegang contractueel aanbieden, om te stellen dat zij geen aanbieders van openbare elektronische communicatiediensten vormen en dat zij niet onder de verplichtingen uit de Tw vallen die gelden voor dergelijk aanbieders, waaronder de registratieplicht en de plicht tot betaling van toezichtskosten.