Home / Nieuws & Blogs / The Future is Legal: blijven domeinnaamgeschillen relevant in de toekomst?

The Future is Legal: blijven domeinnaamgeschillen relevant in de toekomst?

| 10 oktober 2019

Hoe zit het met de (juridische) toekomst van domeinnamen? Hoe hebben domeinnamen zich door de jaren heen ontwikkeld? Wat betekenen de toenemende schaarste van traditionele domeinnamen en andere ontwikkelingen voor de toekomst van het domeinnaamrecht, domeinnaamgeschillen en de manier waarop wij het internet gebruiken? Kortom, blijven domeinnamen relevant?

Geschiedenis

De eerste top level domains (“TLD’s”) uit 1985 (.com, .edu, .gov, .int, .mil, .net en .org) en de voor lokaal gebruik ontwikkelde TLD’s (e.g. .nl) leken eindeloze mogelijkheden te bieden voor webadressen.

Toch begon het binnen de internetgemeenschap snel door te dringen dat er een beperkte hoeveelheid bruikbare domeinnaamcombinaties bestaat. De race om registratie van de beste domeinnamen was tegen 1995 lang en breed op gang. Zogeheten ‘cybersquatters’ kochten domeinen op met als doel deze voor enorme bedragen te verkopen. Denk aan loans.com, autos.com en andere voor de hand liggende beschrijvende woorden, of juist de handels- en merknamen van (groeiende) bedrijven. De business rondom domeinnaaminvesteringen, -oplichting en de juridische geschillen die eruit volgden was geboren en is – gezien de hoeveelheid domeinnaamgeschillen waar we bij ICTRecht mee te maken krijgen – nog niet uitgegroeid.

Pogingen om dit juridische slagveld te kalmeren en wat extra ruimte te maken op het wereldwijde web (e.g. .info, .biz) slaagden maar half. ICANN maakte in 2011 bekend dat zij het publiek toe zou staan om zelf ‘generic’ TLD’s te registreren (“gTLD’s”). Via dit registratieproces zou nagenoeg elk woord in elke taal een TLD kunnen vormen. Voor een zacht prijsje van $185.000,- en zonder garantie op daadwerkelijke registratie kon vanaf 2011 iedereen een gTLD aanvragen.

Dit zorgde voor nieuwe mogelijkheden. Bedrijven kregen de kans om hun domeinnamen nog verder te personaliseren (denk aan bijvoorbeeld home.google in plaats van google.com). Daarnaast konden TLD’s plotseling voor nieuwe doeleinden worden ingezet. Denk bijvoorbeeld aan het registreren van .sucks domeinnamen in het kader van een protest of boycot.

Vermoeden was dat de publieke domeinnaamwedloop meteen zou overwaaien naar gTLD’s. Het is in de tussenliggende 8 jaar echter gebleken dat de voorkeur van het publiek duidelijk uitgaat naar een traditionele domeinnaam. Het is daarnaast niet verassend dat er door de grote bedrijven conservatief wordt omgegaan met het gebruik van gTLD’s. De eerdere pogingen van ICANN om nieuwe TLD’s te introduceren waren niet erg succesvol en werden in sommige gevallen al snel geassocieerd met onbetrouwbare websites (e.g. .biz). Of die terughoudendheid in de komende 15 jaar gaat veranderen valt niet met zekerheid te zeggen.

De toekomstis juridisch… of niet?

Wat wel zeker is, is dat juridische geschillen rondom domeinnamen nog altijd aan de orde van de dag zijn en voorlopig waarschijnlijk zullen toenemen naargelang de schaarste dat ook doet. Hoewel bedrijven niet of nauwelijks naar buiten treden met gTLD’s, kunnen we er zeker van zijn dat de grote bedrijven achter de schermen hard bezig zijn hun merknamen en handelsnamen als gTLD te registreren en dat er bedrijven zijn die in het kader van preventie razendsnel achter hun .sucks domeinnaam aan zijn gegaan. Mocht dit zich ooit naar de voorgrond verplaatsen dan zal dit de strijd vermoedelijk des te heviger maken, immers is een gTLD moeilijker te vervangen met een alternatief dan een domeinnaam onder een algemeen TLD. Daarnaast zullen er tot die tijd, naarmate het gebrek aan ruimte op de .com’s en .nl’s van deze wereld toeneemt, steeds meer partijen zijn die er alles aan doen om de laatste goede ‘traditionele’ domeinnamen in handen te krijgen.

Naast het gebrek aan succes bij het afremmen van de domeinnaamwedloop, introduceert de ontwikkeling van het gTLD-programma en andere initiatieven van ICANN ook problemen op het gebied van veiligheid. Of beter gezegd: het legt oude problemen bloot. Het Domain Name System (“DNS”) is op veel manieren de ‘last line of defense’ voor gebruikers op het internet; aan de URL kan de gebruiker, als al het andere faalt, zien of hij of zij wel verbonden is met het juiste adres. Het toestaan van Chinese, andere niet-Latijnse of zelfs Unicode karakters zou bijvoorbeeld mogelijkheden openen voor phishing, dankzij de aanwezigheid van karakters die lijken op of nagenoeg identiek zijn aan karakters uit Latijnse alfabetten maar binnen het DNS toch anders vertaald worden. Deze en andere door de jaren heen blootgestelde zwakheden – zoals aanvalsmethoden in het kader van DNS-cache poisoning, DNS spoofing of DNS ID hacking, of bijvoorbeeld de in 2008 blootgelegde ‘Kaminsky bug’ – zorgen bij sommigen voor twijfels over de integriteit en levensduur van DNS.

Door de jaren heen zijn er aarzelend technologieën aangewezen die misschien de potentie hebben om zich te ontwikkelen tot een alternatief voor DNS zoals we het nu kennen. Voorbeelden zijn peer-to-peer DNS protocollen waarbij vindbaarheid en navigatie van bestanden wordt geregeld via toewijzing van unieke cryptografische hashes of bijvoorbeeld DNS gebaseerd op blockchain technologie, waarbij de noodzaak van gecentraliseerde servers en losse ‘telefoonboeken’ in de vorm van DNS vervalt. Als het puntje bij paaltje komt is er echter simpelweg geen volwassen techniek beschikbaar die op kan boksen tegen traditionele DNS, al is het simpelweg omdat internetten voor de meeste gebruikers niet denkbaar is zonder het gebruik van URL’s die je kunt onthouden.

Maar is dat echt ondenkbaar?

Een ander relevant aspect voor de toekomst van domeinnamen is namelijk de wijze waarop deze door internetters worden gebruikt. Hoe vaak typ jij nog een hele domeinnaam uit? In het dagelijks leven wordt bijna alles gegoogled. Kunstmatige intelligentie wordt daarbij steeds slimmer en is steeds beter in staat te anticiperen wat een eindgebruiker wil van een apparaat of dienst. Bij gebruik van veel internet- apparaten en diensten komen al nauwelijks domeinnamen meer kijken. Zetten deze trends door, dan zullen domeinnamen in de toekomst alleen nog relevant zijn in het kader van infrastructuur. In zo’n geval zal de eindgebruiker zich slechts met behulp van door AI geïnterpreteerde contextuele informatie en zoekmachines via zijn rand- en IoT-apparatuur op het internet begeven en zullen toetsenborden hier nauwelijks een rol meer in spelen. Het maakt dan niet meer uit hoe de domeinnaam eruitziet, met als gevolg dat de geschillen rondom tegen die tijd tot het verleden behoren.

De toekomst is onzeker

De juridische toekomst van domeinnamen is niet met zekerheid te voorspellen. Afhankelijk van hoe het bedrijfsleven, de techniek, de gemiddelde internetgebruiker en de relevantie van domeinnamen zich de komende 15 jaar ontwikkelen, kunnen we zowel een groei als een afname tegemoet gaan van de business rondom domeinnamen en de daaruit voortvloeiende geschillen. De tijd zal het leren.