Home / Nieuws & Blogs / Doet 'de Wet arbeidsmarkt in balans' haar naam eer aan?

Doet 'de Wet arbeidsmarkt in balans' haar naam eer aan?

| 14 november 2018

Afgelopen 7 november is het wetsvoorstel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) naar de Tweede Kamer gestuurd. Nog niet zo lang geleden trad de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in werking. Opnieuw zijn er dus wijzigingen in het arbeidsrecht in de maak. De WAB moet vanaf 1 januari 2020 zorgen voor meer balans tussen vaste werknemers en flexwerkers. Hoe? Lees verder voor het antwoord.

Vast minder vast & flex minder flex

Werkgevers zijn vaak huiverig om werknemers in vaste dienst te nemen. De risico’s bij het hebben van een werknemer in vaste dienst zijn bijvoorbeeld hoge kosten door langdurige ziekte of het niet kunnen ontslaan van een werknemer door het strenge ontslagrecht. Werknemers in vaste dienst genieten veel bescherming. Werknemers met een tijdelijk contract, oftewel flexwerkers, genieten daarentegen veel minder bescherming. Van flexwerkers kan bijvoorbeeld gemakkelijker afscheid genomen worden. Op die manier loopt een werkgever minder risico en zo kunnen hoge kosten worden voorkomen. Werkgevers kiezen daarom eerder voor flexwerkers. Het wetsvoorstel, de WAB, moet het verschil tussen vast en flex verkleinen; oftewel 'vast minder vast' en 'flex minder flex' maken. Net als met de WWZ is het doel dat meer mensen een vaste baan krijgen.

Wat houdt de WAB in?

Belangrijke maatregelen uit de voorgestelde wet zijn:

  • Ruimere ontslagmogelijkheden: er komt een extra ontslaggrond bij. De nieuwe negende grond maakt het mogelijk om de bestaande ontslaggronden te combineren. De ontslaggrond 'disfunctioneren' kan dus bijvoorbeeld gecombineerd worden met de ontslaggrond 'verwijtbaar handelen van de werknemer'. Dit moet ontslag makkelijker maken.
  • Transitievergoeding vanaf de eerste dag: momenteel heeft men pas na twee jaar recht op een transitievergoeding. Dit is de vergoeding die de werkgever verplicht aan de werknemer moet betalen, wanneer hij de werknemer ontslaat. Onder de WAB krijgen werknemers vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding, ook bij een ontslag tijdens de proeftijd.
  • Minder hoge transitievergoeding bij lange dienstverbanden: de opbouw van de transitievergoeding wordt verlaagd bij lange dienstverbanden. De hoogte wordt één derde maandsalaris per gewerkt jaar. Momenteel is dat na tien jaar een half maandsalaris per gewerkt jaar.
  • Lagere WW-premie voor vaste werknemers: de WW-premie wordt voor werkgevers voordeliger als ze een werknemer een vaste baan aanbieden in plaats van een tijdelijk contract. De hoogte van de WW-premie gaat afhangen van het soort arbeidsovereenkomst. Momenteel is de hoogte van de WW-premie afhankelijk van de sector waar een bedrijf in actief is.
  • Regeling voor kleine werkgevers (< 25 werknemers): er komt een regeling voor kleine werkgevers om de transitievergoeding te compenseren als ze hun bedrijf moeten beëindigen wegens pensionering of ziekte.
  • Langere proeftijd mogelijk voor werknemers in vaste dienst: er komt een verlenging van de proeftijd voor werknemers die meteen een vast contract krijgen, van twee maanden naar vijf maanden.
  • Drie jaar tijdelijke contracten: werkgevers mogen weer (voor inwerkingtreding van de WWZ was dat ook al zo) drie jaar lang maximaal drie tijdelijke contracten sluiten (ketenregeling). Momenteel is dat twee jaar en maximaal drie tijdelijke contracten.
  • Gelijke behandeling voor payrollwerknemers: werknemers die op payrollbasis werken, krijgen minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers die in dienst zijn bij de opdrachtgever. Ook krijgen ze recht op een adequaat pensioen.
  • Meer rechten voor oproepkrachten: er worden maatregelen genomen om verplichte permanente beschikbaarheid van oproepkrachten te voorkomen. Zo moet een werknemer minstens vier dagen van tevoren worden opgeroepen door de werkgever. Ook houden oproepkrachten recht op loon als het werk minder dan vier dagen van tevoren wordt afgezegd. De termijn van vier dagen kan bij cao worden verkort tot één dag.

Kritiek op het maatregelenpakket

Vanuit verschillende hoeken - zowel vanuit werkgeverskant als werknemerskant - is onvrede geuit over dit maatregelenpakket, zoals voorgesteld door minister Koolmees. Werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland spreken van een stap vooruit, maar niet van balans. Volgens werkgeversvereniging AWVN ontbreekt het aan visie en zit er te weinig samenhang in de voorstellen. Werknemersorganisatie FNV ziet niet in hoe de WAB meer vaste banen gaat opleveren. Terwijl andere werknemersorganisatie CNV zelfs een petitie is gestart om de WAB tegen te houden, omdat er volgens hen nog meer flexbanen bij zullen komen. Ook de Raad van State heeft kritiek op het wetsvoorstel en zegt dat de voorgestelde maatregelen ontoereikend zijn om de problemen op de arbeidsmarkt op te lossen.

Grondige opknapbeurt van de arbeidsmarkt?

Uit dit wetsvoorstel, dat kort volgt op de inwerkingtreding van de WWZ, blijkt maar weer dat de werking van de wetten om de arbeidsmarkt te reguleren nauwgezet in de gaten worden gehouden. Dat is iets om toe te juichen. De vraag blijft of de maatregelen inderdaad zullen gaan zorgen voor een grondige opknapbeurt van de arbeidsmarkt. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. Dit betekent dat het wetsvoorstel zal worden besproken door de Kamerleden en dat er over het wetsvoorstel zal worden gestemd. De voorgestelde maatregelen zijn dus nog niet definitief. Er kan nog van alles wijzigen. Wanneer het wetsvoorstel definitief is en het duidelijk is wanneer de regels inwerkingtreden, is het belangrijk om de bedrijfsvoering en de arbeidsovereenkomsten waar nodig aan te passen. ICTRecht houdt u op de hoogte.

Deze blog is geschreven in samenwerking met Demi Grandiek.