Home / Nieuws & Blogs / Wat is de status van “op persoonlijke titel” iets doen als werknemer?

Wat is de status van “op persoonlijke titel” iets doen als werknemer?

| 18 februari 2015

Een lezer vroeg ons: Af en toe zie je brieven of andere publicaties waarin iemand dingen zegt met zijn functie erbij, en dan “op persoonlijke titel”. Heeft dat nog een juridische betekenis?

De betekenis van “op persoonlijke titel” is mij nog steeds wat onduidelijk. Ik ken geen enkele wet of regel die het heeft over de status van een uitspraak in het licht van de titel die de spreker voert. In de meeste gevallen gaat het ook puur om een verzoek: wil je dit niet presenteren als de mening van het bedrijf.

Het kan van belang zijn bij toezeggingen of verklaringen over juridische situaties die de spreker doet. Als hij daarbij de indruk wekt namens het bedrijf te spreken, dan zou je het bedrijf onder omstandigheden daaraan kunnen houden (art. 3:61 BW). Een woordvoerder die zegt dat alle schade natuurlijk gewoon hun domme schuld is, zadelt zijn werkgever op met een aardige schadeclaim. Door op zo’n moment “op persoonlijke titel” te spreken, kun je in ieder geval juridisch niet meer zeggen dat je mocht denken dat de persoon namens het bedrijf sprak.

Ik vond één vonnis waarin de vraag of iemand op persoonlijke titel sprak, relevant bleek. Een ambtenaar had via een ingezonden brief in de krant zijn mening geuit over een burger die veelvuldig procedeerde (“is het een vorm van arbeidstherapie om de dag door te komen?”). Deze spande daarop een proces aan tegen de gemeente, maar kreeg ongelijk bij de rechter:

Het is niet komen vast te staan dat [y] de gegevens waarvan hij zich in de brief bediende, alleen maar heeft kunnen verkrijgen als ambtenaar van de Gemeente; de gegevens hebben immers een openbaar karakter. Niet is dus gebleken dat [y] als schrijver van een ingezonden brief op persoonlijke titel, misbruik heeft gemaakt van zijn positie als ambtenaar.

De proceslustige burger had namelijk als stelling opgevoerd dat de ambtenaar de inhoud van de brief alleen had kunnen schrijven door kennis van zaken die alleen bij de gemeente bekend waren. Daarom moest de brief wel worden gezien als een brief van de gemeente. Maar dat ging dus niet op. De inhoud was onder andere gebaseerd op openbare rechtszittingen, en ook als aanwezig ambtenaar mag je daar dan gewoon uit putten.