Home / Nieuws & Blogs / Sporters en blessures: staat de persconferentie buitenspel?

Sporters en blessures: staat de persconferentie buitenspel?

| 14 november 2018

Recentelijk zag ik ‘m weer voorbijkomen: de uitspraak dat op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) geen informatie meer gegeven mag worden over een opgelopen blessure bij een sporter. Dit keer was het Mark van Bommel, oud-voetballer en inmiddels trainer van voetbalclub PSV, die tijdens een persconferentie aangaf geen details te kunnen geven over de kwetsuur van één van zijn aanvallers. Waar dit een uitmuntend staaltje van ‘de tegenpartij niet wijzer maken dan dat deze al is’ zou kunnen zijn, is het goed mogelijk dat Mark deze instructies intern heeft meegekregen. Dit zijn echter instructies waar op z’n zachtst gezegd vraagtekens bij te plaatsen zijn.

Voetbalclubs zwijgen liever

Waar voetbalclubs en andere sportverenigingen vroeger uitvoerig (pers)informatie naar buiten brachten over hun sporters en de blessures waar deze sporters mee kampten, lijkt dit sinds enige tijd een stuk minder te zijn geworden. De reden voor de koerswijziging van sportclubs met betrekking tot het informeren van het algemeen publiek over medische ongemakken van sporters is de AVG. Hoewel niet nieuw in vergelijking met onze voorgaande privacywetgeving, de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), kennen medische persoonsgegevens onder de AVG een strikter regime dan ‘gewone’ persoonsgegevens zoals NAW-gegevens of een telefoonnummer. Dit strikte regime houdt in dat gegevens die iets zeggen over iemands gezondheid, niet zondermeer verstrekt mogen worden. Sterker nog, in principe is het verwerken van deze categorie gegevens simpelweg verboden.

Journalistieke exceptie is mogelijk

Echter, de wet zou de wet niet zijn, als hier niet een aantal uitzonderingen op van toepassing waren. Een relevante is hierbij: de journalistieke exceptie - opgenomen in de Uitvoeringswet AVG. Dit is de Nederlandse wet die op een aantal punten nadere invulling geeft aan de AVG. Kort gezegd houdt deze exceptie in dat partijen vrij zijn bijzondere gegevens zoals medische gegevens te verwerken in het geval dit bijdraagt aan een journalistieke uiting. Bij een persconferentie of interview aangeven dat ‘speler X’ aankomende week niet bij de selectie hoort, omdat hij of zij een enkelblessure heeft of dat ‘tennisster Y’ een toernooi moet laten schieten, vanwege een kwetsuur aan haar schouder past dus prima in dit plaatje.

Wel is het zoals bij elke verwerking van persoonsgegevens van belang om alleen de gegevens te verwerken die noodzakelijk zijn. De naam van de geneesmiddelen die aan de sporter zijn voorgeschreven is in veel gevallen dus een duidelijke brug te ver om het doel van informatievoorziening te dienen.

Spelers kunnen media-aandacht verwachten

Ook andere gegevens mag je voor journalistieke uitingen rustig blijven verwerken. Op grond van hun bekendheid en bovengenoemde uitzondering in de wet mogen spelers ook best verwachten dat ze hier en daar in de media verschijnen. Hoewel terughoudendheid in het verspreiden van persoonsgegevens een goede zaak is, moeten we dus niet ‘ineens’ elke journalistieke uiting de spreekwoordelijke ‘doodschop’ geven.