In Duitsland zijn afgelopen maand twee interessante uitspraken gedaan door het Berliner Kammergericht. De luchtvaartmaatschappijen Ryanair en Air Berlin zijn op hun vingers getikt voor misleidende weergave van ticketprijzen. De Duitse consumenten belangenorganisatie (VZVB) spande de twee zaken aan naar aanleiding van klachten over de prijsaanduiding van de twee prijsvechters.
Op de website van Air Berlin werden de prijzen na het invullen van een datum en de vertrek- en aankomstplaats onvolledig weergegeven. Zo ontbraken onder andere de luchthavenbelasting en de brandstoftoeslag in de prijzen van de te kiezen vluchten. Sinds 2008 is het echter verplicht om deze toeslagen in de ticketprijs te vermelden en deze niet pas later in het bestelproces toe te voegen. Kortom, de prijs moet bij de eerste stap (het eerste aanbod) al volledig worden weergegeven, iets dat Air Berlin dus niet deed.
Ryanair maakte een soortgelijke fout, maar deze ligt toch iets ingewikkelder. De prijsvechter verzaakte om €5 verwerkingskosten toe te voegen aan de ticketprijs. Voor sommige extra kosten is het echter toegestaan om deze later aan de prijs toe te voegen, maar dan moet het om kosten gaan die niet onvermijdelijk voor elke klant en/of boeking gelden. Dat kan bijvoorbeeld zo zijn als er voor diverse betaalmethoden verschillende tarieven gelden voor de klant of bijvoorbeeld als men zelf! Een reisverzekering toevoegt. Deze kosten zijn immers klant afhankelijk (de klant maakt de keuze) en mogen derhalve later worden toegevoegd aan de prijs.
De bedoelde €5 verwerkingskosten waren volgens Ryanair kosten die niet voor iedereen gelden en daardoor later aan de prijs mogen worden toegevoegd. De rechter ging daar niet in mee, omdat de €5 alleen niet gerekend wordt indien de klant een bepaalde ‘prepaidcard’ gebruikt. Omdat die card in Duitsland onbekend is en dus bijna nooit gebruikt wordt, is het feitelijk zo dat de €5 verwerkingskosten eigelijk voor alle klanten gelden en dus al in de ticketprijs moet worden opgenomen.
